Rennie Veenstra schreef onderstaande recensie van het concert van Schraapsaal van zaterdag 10 juni 2018.
Of de naam van de groep nu iets te maken heeft met ‘staal’ dan wel met ‘taal’, feit is, dat
‘Schraapstaal’ een folkmuziekgroep is van formaat.
Foto: Sjoerd Hania
En dat dan in kwalitatieve zin, want de groep bestaat uit slechts vijf personen en kan zelfs al met vier
muzikanten een volwaardig concert geven, zoals zondagmiddag duidelijk werd in de ‘Doarpstsjerke’
van Metslawier. Deze vier bespelen samen meer dan het dubbele aantal instrumenten en dat dermate vakkundig, dat
er steeds sprake is van hooggekwalificeerde en welluidende muziek.
Nico, Gitta, Corné en Marco – hun achternamen zijn even anoniem als die van de scheppers van het
overgrote deel van hun repertoire – lieten zondagmiddag prachtig samenspel horen van de volgende
door hen bespeelde instrumenten: gitaar, viool, contrabas, mondharp, doedelzak, nyckelharpa,
trekzak, draailier en djembé.
In verschillende weldoordachte combinaties omlijstten deze instrumenten liederen en dansen uit
zowel de middeleeuwen als uit latere periodes, allemaal gerelateerd aan het onderwerp liefde.
De liefde, in welke verschijningsvorm dan ook, kwam voor in liederen over een jager, een smid en
een pater, maar ook in nummers als ‘Nachtvrijage’ en ‘Klacht van een zeemansvrouw’.
Kermisliederen, zoals ‘Dubbele Jan’ en ‘Kop van Jut’ misstonden niet, want vroeger was de kermis dé
ontmoetingsplaats voor jongens en meisjes.
Deze informatie en veel meer wetenswaardigs werd door Nico voorafgaande aan elk nummer
verteld. Ook dansen als een saltarello, een bourrée en een rondeau werden door hem heel mooi in hun
context geplaatst. De dansen werden enthousiast en vol vuur gespeeld, waarbij de veelvuldige herhalingen de
luisteraars erop attendeerden, dat er vroeger echt op werd gedanst.
Wat de liederen betrof, deze kregen vocaal gestalte bij monde van Gitte en Nico(een echtpaar),
daarbij soms geassisteerd door Marco. De stemmen voldeden prima in solo’s en meerstemmigheid, maar konden niet altijd goed genoeg
opboksen tegen elke instrumentencombinatie. Met name, wanneer de draailier van de partij was,
gingen veel woorden verloren. Dat was bijvoorbeeld het geval in het door Freek de Jonge vertaalde Nits-nummer ‘In the Dutch
Mountains’. Alleen de tekst ‘Dankzij de dijken’ was verstaanbaar, de rest helaas niet. In zo’n tekst had Nico gemakkelijk onopgemerkt fouten kunnen maken. Dat gold voor Gitte niet ten aanzien van de tekst van ‘Klacht van een zeemansvrouw’. Haar black-out bracht haar uitgerekend in
dit weemoedige nummer tot lachen.
Enfin, het leverde haar de goodwill op van het publiek, dat met volle teugen genoot van dit concert
en maar wat graag een bijdrage leverde aan het refrein van het laatste nummer.